Verkrampt liggen mijn handen op het toetsenbord.
Ik weet ineens geen woorden meer, geen zinnen,
geen enkel woord van troost schiet me te binnen
dat zegt dat de blokkade weldra opgeheven wordt.
Mijn hoofd voelt angstwekkend geesteloos en kil,
laat zich door geen geluid, geen stem van buitenaf verleiden
om slechts één vleugje inspiratie naar binnen te doen glijden.
Het blijft daarboven dan ook oorverdovend stil.
De held in mijn verhaal lijkt vastgelopen in de tijd,
zijn flamboyante ziel in louter dynamiek bevroren,
hij heeft de sturing over lijf en ledematen reeds verloren,
zweeft, God mag weten hoe lang, in luchtledigheid.
Zinloos dwaal ik, urenlang, door de oneindigheid,
wens mijzelf een wonder om de versperring te doorbreken.
Mij rest slechts weinig tijd aleer de deadline is verstreken.
Van dichtbij lokt merelzang me uit mijn somberheid.
Gepubliceerd op gedichten.nl